Gods huis
Vanmorgen las ik in de Bijbel het verhaal waarin God via de profeet Natan tegen David zegt dat niet hij voor God een huis zal bouwen, maar God voor hem. God zegt 'Wanneer je leven voorbij is en je met je voorouders verenigd wordt, zal ik je laten opvolgen door een van je nakomelingen en hem een bestendig koningschap schenken. Hij zal voor mij een huis bouwen, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon nooit wankelt. Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon, en ik zal hem nooit mijn gunst ontnemen zoals je voorganger. Ik zal hem voor eeuwig aanstellen in mijn huis en in mijn koninkrijk, en zijn troon zal nooit wankelen.'
Terwijl ik dit las, trof het me ineens: Dit is profetisch! God heeft het hier niet alleen over Salomo, maar over Jezus, de zoon van David, de zoon van Abraham. ~ Matteüs 1:1
Salomo, de Vreedzame, verwees naar Jezus en de tempel die Salomo zou bouwen, in al zijn pracht en praal, was slechts een schaduw van wat komen zou. God had geen huis nodig. Tegen David zegt hij in 1 Kronieken 17: 5,6: 'Nooit heb ik in een huis gewoond. (...) In een tent en tabernakel ging ik van de ene verblijfplaats naar de andere. (...) Heb ik ooit gevraagd om voor mij een huis van cederhout te bouwen?' God had het dus niet nodig, maar de tempel was een voorafschaduwing van wat komen zou. Zoals in Kolossenzen 2: 17 staat: 'Dit alles is slechts een schaduw van wat komt - de werkelijkheid is Christus.' Wanneer God tegen David spreekt over zijn nakomeling heeft hij het niet alleen over Salomo, die hij Jedidja (lieveling van de Heer) noemde, maar over zijn geliefde zoon die zou komen. Over hem zegt God: 'Hij zal voor mij een huis bouwen, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon nooit wankelt. Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon. Ik zal hem voor eeuwig aanstellen in mijn huis en in mijn koninkrijk, en zijn troon zal nooit wankelen.' Vanuit hem groeit het hele gebouw, steen voor steen, uit tot een tempel die gewijd is aan hem, de Heer, in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats (een woonstede) waar God woont door zijn Geest, staat in Efeziërs 2:21. Jezus is zelf de hoeksteen van dit huis.
God heeft altijd bij de mensen willen wonen en door zijn zoon, Jezus, werd dit weer mogelijk. In de woestijn woonde het volk Israël in tenten en God woonde bij hen in een tent. God vereenzelvigde zich met zijn volk, zegt Hans Koornstra in 'De schaduw van Jezus'. Steeds wanneer de tabernakel weer opgebouwd werd, zette de wolkkollom zich op de ark in het alerheiligste. Salomo zegt: 'HEER, u hebt gezegd dat u in een donkere wolk wilde wonen. Welnu, ik heb voor u een vorstelijk huis gebouwd, dat voor altijd uw woning kan zijn' ( 2 kronieken 6: 1). Toen de tempel voltooid was, vulde ook de tempel zich met de wolk, Gods aanwezigheid. Weer vereenzelvigde God zich met zijn volk. Zij woonden in huizen, hij woonde in hun midden, ook in een huis. Maar zowel in de tabernakel als in de tempel was het allerheiligste afgeschermd door het voorhangsel. Deze scheurde van boven naar beneden op het moment dat het werk van Jezus was volbracht.
Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door mij.
~ Johannes 14:6
David kon geen huis voor God bouwen omdat hij oorlogen had gevoerd en bloed had vergoten. In 1 Kronieken 22: 9,10 zegt God tegen David dat hij een zoon zal krijgen: 'Hij zal een man van vrede zijn, want ik zal hem rust geven door hem van al zijn vijanden te verlossen. Salomo zal hij daarom heten; tijdens zijn bewind zal hij Israël rust en vrede schenken. Hij zal een huis bouwen voor mijn naam. Hij zal voor mij een zoon zijn en ik voor hem een vader, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon in Israël niet zal wankelen.' Het is zo boeiend om te ontdekken hoe het oude testament vooruitwijst naar Jezus! Om Jezus te ontdekken in deze Bijbelverhalen! Degene die het huis voor God zou bouwen moest schone handen hebben en zonder smet zijn. Het was een zware taak, zegt David in 1 Kronieken 19:1, want het was geen huis voor een mens, maar voor God, de HEER. Toen ik dit las dacht ik: God zorgt er zelf voor dat het huis gebouwd wordt, want wij kunnen dit niet en we hebben bloed aan onze handen. We moeten eerst schoongewassen worden door tot Hem te komen - de levende steen - om onszelf vervolgens als levende stenen te laten gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel, om een heilig priesterschap te vormen (1 Petrus 2: 4,5).
David mocht de tempel niet bouwen, maar de tempel ging hem wel aan het hart! Hij zegt in 1 Kronieken 29: 3 dat de tempel van zijn God hem zo ter harte gaat, dat hij boven op alles wat hij al voor het heilige huis bijeen heeft gebracht, zijn hele persoonlijke vermogen aan goud en zilver voor de tempel ter beschikking stelt! Johan Toet zegt in zijn boek 'Ware voorspoed - de vreugde van geven': Ik denk dat we soms niet genoeg waarderen waar het hierover gaat. Hij gaf drieduizend talent goud aan het huis van God, zijn hele vermogen. Een talent is ongeveer dertig kilo, de goudprijs van vandaag is per kilo 55.000 euro. Dus reken maar uit: 3000 x 30 x = 90.000 kilogram, keer 55.000 is omgerekend 4,95 miljard euro. En dat is dan alleen nog maar het goud! Maar David zegt in vers 14: 'Alles is van u afkomstig en wat wij u schenken, komt uit uw hand. Al deze rijkdom die we bijeengebracht hebben om een tempel te bouwen voor uw heilige naam, komt uit uw hand en aan u dragen wij die op.' Hij vraagt ook aan het volk wie zich in dienst wil stellen van de HEER door een vrijwillige gave te schenken.
Ik weet, mijn God, dat u de harten van de mensen beproeft en oprechtheid verlangt. Welnu, uit de oprechtheid van mijn hart heb ik u dit alles geschonken, en ook uw volk dat hier bijeen is, heb ik zijn bijdrage met vreugde zien schenken. ~ 1 Kronieken 29: 17
Wanneer wij het huis en het Koninkrijk zoeken waarin God zijn geliefde zoon heeft aangesteld, dan zal God ons huis bouwen. Dat doen we niet alleen door onszelf als levende stenen te laten gebruiken. Johan Toet zegt dat we bouwen door wat we doen en zeggen maar zeker ook met onze financiën. Wanneer de tempel ons aan het hart gaat, dan willen we daarin investeren. Ondertussen kijken we uit naar de heilge stad, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neer zal dalen. Zoals Abraham, Isaak en Jakob in het land waar Abraham in geloof naartoe getrokken was, in tenten woonden, omdat ze uitzagen naar een stad met fundamenten, door God zelf ontworpen en gebouwd (Hebreeën 11: 9,10).
Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zal zelf als hun God bij hen zijn. ~ Openbaring 21: 3
Draag je ons werk wel een warm hart toe? Wij willen graag dat onze hulp beschikbaar is voor iedereen. Dat iedereen die dorst heeft komt, ook zonder geld, zoals in Jesaja 55: 1 staat. Jezus zegt dat de oogst groot is, maar dat er weinig arbeiders zijn. Bid dus tot de Heer van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.
We zijn ook op zoek naar meer mensen die ons werk financieel willen steunen. Zaaiers. Zodat we een veilige online plek kunnen zijn en blijven waar mensen terecht kunnen met hun verhaal! Lees ook de blog over de kracht van geven.
Ja, ik wil steunen!