MEntale coaching

image

Mentale coaching

'Dit was echt je allerlaatste toernooi!'
Ik hoor het mezelf zeggen tegen mijn zoon, die na het verliezen van nota bene de finale, boos de zaal uitrent. Een intern toernooi in de zaal in de kerstvakantie. Het zou leuk moeten zijn, maar oh, wat vind ik het vooral niet leuk! Er volgt een woordenwisseling in de kleedkamer. Ik heb hier echt geen zin meer in!

‘s Avonds als hij al in bed ligt, ga ik nog even naar hem toe. Nu praten we er rustig over. Hij baalt van zijn reactie, ik ook.. Of het echt zijn laatste interne toernooi was weten we nog niet. Maar even later struin ik op het internet, ik heb handvatten nodig. Sport zit in zijn lijfje en hij heeft een winaarsmentaliteit. Kenmerk van een echte winnaar is een extreme reactie op verlies en dat hoort bij topsport, volgens het hoofd van de jeugdopleiding van PSV, lees ik. Naast aanpassingsvermogen en altijd willen verbeteren, hoort dat bij het profiel van een topvoetballer. Niet dat ik dat persé voor ogen heb voor hem, maar het zou zo jammer zijn wanneer hij uiteindelijk misschien afhaakt op sport terwijl hij er talent voor heeft. Dus wil ik weten hoe ik hem mentaal kan helpen. Echt helpen, want als ik zo reageer zoals ik deed, help ik hem eerder van de wal in de sloot!

Al struinend op internet kom ik inderdaad tot inzichten die ik uitwerk voor hem. We schrijven het uit op een flap-over. Zodat het ook inzichtelijk wordt voor hem. Wat gebeurt er als je gefrustreerd wordt. Wat gaat eraan vooraf. Wat kun je er zelf aan doen. Tijdens mijn zoektocht kom ik een kieskubus tegen. Volgens de kubus zijn er vier manieren waarmee sporters kunnen reageren op tegenslag: er iets aan doen, zich onttrekken, klagen (maar er niets aan doen) of accepteren. Er zijn dingen die je toch niet kunt veranderen. Bijvoorbeeld een ‘knollenveld’, het weer, een beslissing van de scheids, de indeling tijdens een intern toernooitje. Dan komt het aan op accepteren. Maar bij balverlies of een pass die niet aankomt, kun je wel degelijk iets doen. Voor mijn zoon wordt dat focussen op wat hij er zelf aan kan veranderen: ‘Wat is mijn eerstvolgende actie?’ Ook als hij afgeleid wordt door van alles en nog wat en zijn focus verliest, gaat hij ermee oefenen om zijn focus terug te vinden door zich te richten op zijn eigen eerstvolgende actie.

Focussen op kleine momenten. Er is veel dat hem afleidt, waar hij gevoelig op reageert. Maar hij vertelde mij naar aanleiding van een vrije trap in diezelfde zaal, die hij er feilloos inschoot, dat hij op zo’n moment een soort ‘rondje’ in zijn oog heeft waarmee hij focust op het punt waar de bal naartoe moet. Hij kan het dus. Focussen op kleine momenten. Bij tegenslag en de keuze wat hij eraan gaat doen, komt het aan op die focus. Waar focus ik mij op. Negatieve gedachten kunnen een loopje met je nemen, maar uiteindelijk heb je veel meer invloed op wat je denkt en waar je je aandacht op richt dan je denkt..!

Leerzaam, vooral ook weer voor mezelf.


‘Je weet dat je oog-in-oog staat met niet doorgewerkte zaken van je eigen jeugd wanneer je met sterke negatieve gevoelens reageert op het gedrag van je kind’


Dus. Werk aan de winkel! Ik herken zeker het altijd iets aan een situatie willen doen. Me sterk verantwoordelijk voelen en dan nog wel eens iets oplossen ten koste van mezelf. Ik herken de boosheid en frustratie die dat op kan leveren! Ik vind het echt moeilijk om iets in de soep te laten lopen, dus dan ga ik toch maar...

Het kan soms echt lastig zijn om de balans te vinden tussen iets aan een situatie doen en tegelijkertijd goed zorgen voor jezelf.
Zoals F. van Assisi het zegt:
Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen.
Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen.
Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te weten!

In veel situaties heb ik mentale coaching van boven nodig. Moed, wijsheid en inzicht. Om mijn eerstvolgende actie te bepalen. Vaak komt het dan aan op accepteren wat ik niet kan veranderen. In de kieskubus staat bij accepteren het volgende: aan de situatie kunnen denken zonder dat je er boos of verdrietig van wordt. Als ik dat lees, komt het woord ‘vergeven’ in me op. Dat betekent een ander niet langer aanrekenen wat hij of zij mij aan heeft gedaan. Maar vergeven is ook een synoniem van weggeven. Dat geeft vergeven een extra dimensie: je geeft het weg aan Degene die zijn leven heeft gegeven waardoor ons alles vergeven is! In zijn vergeving mogen we dan leren aan een situatie te denken zonder er nog boos of verdrietig van te worden. De focus te verleggen van onszelf en wat ons is aangedaan naar het zegenen van die ander: je vijanden liefhebben... Want fouten maken we allemaal, toch?

Gods liefde moet werkelijkheid worden in ons. In 1 Johannes 4: 18 staat dat de liefde angst uitdrijft. Door onze negatieve ervaringen is er angst om afgewezen te worden, angst om niet goed genoeg te zijn, angst om gestraft te worden voor onze daden. Als die angst verdreven wordt, omdat we de waarheid leren omarmen dat we geliefd zijn en vergeven, dan wordt de liefde werkelijkheid in ons. We leren onszelf aanvaarden en anderen liefhebben omdat God ons heeft liefgehad. Dan is er geen ruimte meer voor haatreacties, maar kunnen we elkaar gaan eren, bevestigen en vergeven. Zoals we onszelf hebben leren aanvaarden, liefhebben en vergeven.

Welke reacties uit de kieskubus herken jij bij jezelf als je te maken hebt met tegenslag? Wat levert het jou op? Als je er iets aan kunt veranderen, wat is dan jouw taak of eerstvolgende actie? Wat moet je accepteren of misschien zelfs vergeven?


Onze nieuwsbrief ontvangen?

Aanmelden