Waar is God?
Allen die hem aanroepen is de Heer nabij, die Hem roepen in vast vertrouwen. Hij vervult het verlangen van wie Hem eren, Hij hoort hun klacht en komt te hulp. ~ Psalm 145: 18,19
Ik denk dat iedereen zich wel eens heeft afgevraagd: Waar is God in mijn pijn? Waar is God in deze moeilijke situatie? Waar is God in deze oorlog? Waarom doet God niets? Deze vraag kreeg ik ook in één van mijn laatste pastorale trajecten: ‘Als ik dan in Handelingen 17: 27 lees dat hij van niemand ver weg is. Dan heb ik nog steeds moeite met het feit dat hij toekijkt terwijl de mensen lijden. Kijk eens op het wereldtoneel, nu weer oorlog in Israël. Het leed van al die onschuldige mensen, Israëliërs en Palestijnen, die mensen roepen in hun wanhoop ook naar hun God, maar God bemoeit zich er niet mee, lijkt…’
In dit leven hebben we te maken met een geestelijke werkelijkheid die we niet zien. Een mooi voorbeeld hiervan kun je vinden in Daniël 10: 12. Een Engel verschijnt aan Daniël en zegt: ‘Wees niet bang, Daniël, want vanaf de eerste dag dat je inzicht probeerde te verkrijgen door in deemoed te buigen voor je God, is je gebed verhoord en daarom ben ik gekomen. Maar de vorst van het Perzische koninkrijk heeft mij eenentwintig dagen tegengehouden voordat Michaël, een van de voornaamste vorsten, mij te hulp schoot, toen ik daar bij de koningen van Perzië zo alleen stond.’ We krijgen hier een inkijkje in een geestelijke strijd achter de schermen. De strijd waar het ook in Efeziërs 6: 12 over gaat. Onze strijd is niet tegen mensen, al lijkt dat soms wel zo, omdat dat is wat we zien! Maar er is een strijd gaande tegen hemelse vorsten, de heersers en machthebbers van de duisternis.
Vanaf het begin is deze geestelijke strijd tussen God en zijn engelen en Satan met zijn gevallen engelen. De inzet: Gods schepping en met name de kroon op zijn schepping: de mens. God heeft ons naar zijn beeld geschapen, om te heersen over zijn schepping. Daar komt na de zondeval alleen niet zoveel meer van terecht. Maar God had een plan om ons terug te brengen in dat oorspronkelijke doel. Hij koos Abraham als vader van een volk dat aan hem gewijd zou zijn. Uit dat volk zou Jezus geboren worden, zijn Zoon. En deze Zoon zou de vloek van de zonde dragen. Voor eens en voor altijd zou hij er in zijn lichaam mee afrekenen! Iedereen die vervolgens in hem zou geloven, zou door het geloof en alleen door geloof een nieuw leven ontvangen, een nieuwe schepping worden, met de heilige Geest als onderpand. Door de heilige Geest kunnen wij nu Gods wil doen. Hij woont in ons en zal in ons blijven. Daarom kon Jezus zeggen dat hij met ons zou zijn tot aan de voltooiing van deze wereld. De wereld waarin we het zwaar te verduren zullen krijgen. Maar Jezus zegt: Houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.
Want de heerser over deze wereld is veroordeeld. Het moment waarop Jezus stierf aan het kruis, wordt wel eens D-day genoemd (beslissingsdag, net als in 1944 in Normandië). En niet alleen het moment waarop hij stierf, maar vooral ook toen hij opstond als eersteling van velen! Satan weet dat als geen ander en hij gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij kan verslinden (1 Petrus 5:8). Victory day moet nog komen. Want het plan van verlossing was voor alle volken bedoeld. Na de uitstorting van de heilige Geest, werden de apostelen erop uitgestuurd om alle volken het evangelie bekend te maken. In 2 Petrus 3: 9 staat: 'De HEER is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.'
D-day is al geweest en V-day zal zeker komen.
Het is verschrikkelijk wat er nu gebeurt in Israël, maar Satan voert oorlog en dat zal ook in onze fysieke wereld tot uiting komen. Dat betekent niet dat God niets doet. Ik geloof dat dit hem veel verdriet doet. Daarin werd ik deze week ook bevestigd door een getuigenis van Hazem Faraj. Tijdens de oorlog in 2000 woonde hij in Jeruzalem. Hij was in contact gekomen met Christenen, had zijn leven aan Jezus gegeven en was erg in de war. Hij vroeg aan God: 'Als de Joden uw mensen zijn, waarom doden ze dan mijn mensen?' Hij noemt dit zelf een 'bias prayer', vooringenomen, partijdig. Maar die nacht kwam Jezus in een droom naar hem toe. Jezus zei tegen hem dat hij Jesaja 22 moest lezen. Daar, in Jesaja 22 las hij: ‘Wat hebt u toch dat u op de daken klimt, stad vol tumult en rumoer..?’ Dat is wat ze inderdaad deden, zegt Hazem: op de daken klimmen om te kijken wat er allemaal gebeurde. Maar vers 4 bracht hem vooral van zijn stuk. In dat vers zegt God: ‘Laat mij nu alleen. Bittere tranen zal ik wenen om de ondergang van mijn volk. Tracht niet langer om mij te troosten.’ God liet zijn hart zien aan Hazem Faraj. Het laat hem niet koud. Dat hart liet ook Jezus zien toen hij hier rondliep op aarde. In de evangeliën kun je meerdere keren lezen dat hij met ontferming bewogen was.
Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen (innerlijk met ontferming bewogen, staat in de Herziene Statenvertaling), omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder. ~ Matteüs 9: 36
In de droom die Hazem had, zag Jezus eruit als een hogepriester en als een herder! Lees bijvoorbeeld eens Ezechiël 34: 4-6; 15; 23, waar God zegt dat hijzelf naar verdwaalde schapen op zoek zal gaan. Hij zal ze laten rusten, hun wonden verbinden en zieke dieren gezond maken. God staat niet machteloos toe te kijken wat er allemaal gebeurt. Hij heeft ons al gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van zonden, staat in Kolossenzen 1: 13. Terwijl we met alle kracht bekrachtigd worden, om met blijdschap alles te volharden en geduld te oefenen (vers 11).
Als het om het wereldtoneel gaat, hoeven wij niet verontrust te zijn. Veel van wat er gebeurt, is al voorzegd. Het is voor God geen verrassing en wat er ook gebeurt, wij horen bij een ander Koninkrijk. En hij zegt in Psalm 91: 14-16: ‘Ik zal bevrijden, wie mij liefheeft en beschermen wie met mijn naam vertrouwd is. Roep je mij aan, ik geef antwoord, in de nood zal ik bij je zijn, je bevrijden en met roem overladen, je overvloed geven van dagen. Ik zal je redding zijn.’ Daar mogen wij op vertrouwen.
Het kan wel betekenen dat je je ogen misschien af moet wenden van de fysieke wereld, dat wat voor ogen is. Ziekte, moeilijke omstandigheden… Richt in plaats daarvan je ogen op Jezus, die iedereen genas die in de macht van de duivel was (Handelingen 10: 38b). Omdat hij met ontferming bewogen was (Matteüs 14: 14). Deze Jezus is dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid! Daar mag je je naar uitstrekken. Hij wil je bevrijden en herstellen.
In the darkness we were waiting, without hope, without light. ‘Til from heaven You came running, there was mercy in Your eyes. (...) To reveal the kingdom coming, and to reconcile the lost. To redeem the whole creation, You did not despise the cross. For even in Your suffering, You saw to the other side. Knowing this was our salvation, Jesus for our sake You died. ~ King of Kings
Wil je hier graag over doorpraten? Meld je gerust aan voor een pastoraal traject! Of lees het artikel: Wat je moet doen als je niet meer weet wat je moet doen. Dit artikel is een samenvatting van het boek ‘Wat je moet doen als je niet meer weet wat je moet doen – acht levenslessen’ van Henry Cloud en John Townsend.
Meld je aan